Columns
Piet
Bij de herinneringen aan weerman Piet Paulusma moet ik denken aan warme chocolademelk, koude voeten en Friese Berenburger geschonken in door kou beslagen borrelglaasjes. Aan stoere mannen die met hun diepgegroefde gezichten en bevroren
zeemansbaarden op de schaats de Friese meren trotseren. Foute truien waren geen foute truien meer als Piet ze droeg. Piet was authentiek. Niets was onecht aan hem. Nuchter op z’n Fries en
altijd vrolijk, ook op momenten dat half Nederland over het weer liep te janken. Hij stond graag tussen de mensen. Zonder sterallures of kapsones want Piet bleef Piet, 65 jaar lang.
Ongeacht het weer dat hij voor de volgende dag op tv aankondigde, wist hij in de Nederlandse huiskamers een warm gevoel over te brengen. De door Piet in het vooruitzicht gestelde
regen, snerpende kou of verzengende hitte kon niemand deren. Althans, zo lang als hij degene was die het aankondigde. Andere weermannen of weervrouwen worden bij het uitspreken van
dergelijke verwachtingen niet zelden voor rotte vis uitgemaakt.
Op campings werd Piet op regenachtige dagen in de zomermaanden enthousiast bejubeld door uitgelaten vakantiegangers. Jolige families vergaten door zijn aanwezigheid voor even dat ze
al dagenlang achtereen vanuit hun doorweekte tent naar de wc strompelden, met een wc-rol onder de arm, tot aan hun knieën in de modder wachtend op hun beurt. Piet was het meest
probate middel tegen chronische ontevredenheid en gemopper over te mooi of te slecht weer. In koude winters deden een paar minuten Piet menigeen vergeten dat er de volgende dag voor de
zoveelste keer ijs van de autoruiten moest worden gekrabd, om vervolgens de spekgladde weg op te gaan. Op tropische dagen zag je bejaarden, terwijl ze hyperventilerend voor de ramen van hun
seniorenwoning stonden, voor heel even opfleuren.
In zijn laatste weerbericht, drie dagen voor zijn dood, zat alles wat bij een ontluikende Hollandse lente hoort. Een beetje nachtvorst, maar vooral veel zonneschijn. Op de dag dat hij overleed
was het heel even bewolkt. Dit keer was het niet Piet die sprak over het weer maar het weer over hem. De blauwe hemel werd voor even donker, grijs en grauw en de zon wilde zich vanwege
Piet even niet laten zien. Een stil eerbetoon aan de man die van iedere weersgesteldheid de schoonheid liet zien. De kans dat ooit iemand hem daarin zal evenaren is nog kleiner dan de kans op
een Elfstedentocht.